De soorten van Nederland
Platwormen komen in Nederland vooral voor in
zoet water, maar er zijn twee soorten van landbiotoop bekend. Beide zijn
onderbemonsterd. De donkere landplatworm is een kleine inheemse landplatworm (1-3,5 cm), grijs tot zwart met
een witte kruipzool. De kop is stomp afgerond, zonder duidelijke ogen. Lijkt in
Nederland niet zeldzaam in vrij vochtige biotopen, verspreid over het land. De
manier van voortbewegen is hier
te zien. De andere inheemse soort is de tweelijnige landplatworm, een kleine, inheemse slanke soort (1,5-2 cm), grijsbruin, met twee
donkere lengtestrepen over het lichaam en een donkere vlek midden boven op het
lichaam; onderzijde lichter. De kop is spits met twee duidelijke zwarte ogen.
Er zijn weinig vindplaatsen in Nederland.
Opmars van exoten
De laatste jaren duiken steeds vaker exotische
landplatwormen op in Europa, vooral in kassen en tuincentra, maar sommige
kunnen ook buitenshuis overleven. Exotische landplatwormen worden met
potplanten naar Europa vervoerd. Deze vraatzuchtige wormen worden tot 50 cm
lang en zijn moeilijk te bestrijden. Omdat ze regenwormen eten vormen ze een
bedreiging voor de bodemkwaliteit, in de natuur, maar ook in de landbouw. In
Nederland zijn tot nu toe de drie onderstaande soorten vastgesteld, maar dit is
waarschijnlijk het topje van de ijsberg.
De grote Australische geelstreep (Caenoplana bicolor) werd in 2014 gefotografeerd in een
tuin in Castricum. In 2017 en 2018 dook hij op twee andere plaatsen in Nederland op. Deze worm kan tot 12 centimeter lang worden.
Marionfyfea adventor is een kleine soort die pas in
2016 werd beschreven, op basis van dieren uit Nederland. Deze worm is
verder bekend uit Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, maar komt van
oorsprong waarschijnlijk uit Nieuw-Zeeland.
De
blauwe tuinplatworm (Caenoplana coerulea) werd in 2018 in een kas in Nijmegen
aangetroffen. Onbekend is of hij ook buiten de kas kan overleven.
Levenswijze
Terrestrische platwormen zijn afgeplatte,
ongesegmenteerde wormen. Ze zien er glad en glibberig uit. De mond, tevens anus,
zit aan de onderzijde van het lichaam. De dieren bewegen sloom. Ze zijn 3 tot
50 cm lang en 0,2 tot 0,5 cm breed. De kop van sommige (exotische) landplatwormen
is halvemaanvormig of heeft een breed, stomp uiteinde. Landplatwormen kunnen
verward worden met naaktslakken, regenwormen en
bloedzuigers. Naaktslakken zijn te herkennen aan het dikkere lichaam, de
tentakels vooraan de kop waar de ogen op staan en het mantelschild achter de
kop. Bij regenwormen en bloedzuigers is het lichaam duidelijk gesegmenteerd,
terwijl platwormen glad zijn. Bloedzuigers hebben bovendien een zuignap aan
beide uiteinden van het lichaam. In onze streken zijn bloedzuigers alleen in
het water te vinden.
Landplatwormen zijn carnivoor. Ze voeden zich met
kleine landslakken, maar ook met andere bodemorganismen zoals regenwormen en insecten(larven).
Zelfs kannibalisme komt voor. Prooien worden opgespoord met chemoreceptoren in
de kop. De prooi wordt omstrengeld en omgeven door slijmerige excretie met verteringsenzymen, afgescheiden door de farynx
zodat de buit opneembaar wordt gemaakt.
Omdat landplatwormen lichtschuw zijn en een hoge
luchtvochtigheid nodig hebben, komen ze voor op donkere, koele, vochtige
plaatsen (zoals oevers van meren, rivieren,
beken, kanalen en sloten) onder stenen, planken, omgevallen boomstammen,
rottend hout en -blad, houtblokken, puin, struiken, en stukken plastic. In
tuinen zitten ze vaak onder bloempotten en stukken plastic, onder houten- of
stenen tuinschuttingen, in de composthoop of bij voerbakken van huisdieren.
Publicaties Nederland
Sytske de Waart, 2016. Exotische
landplatwormen in Nederland, Faunistischemededelingen
Ronald Sluys, 2016. Invasion of the flatworms.
American Scientist, vol. 104.
https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=23202
https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=23202
filmpjes Roy Kleukers:
blauwe tuinplatworm
donkere landplatworm